Dit artikel schreef ik voor het vakblad Hypnotherapie, van de beroepsvereniging NBVH. Ik las het boek ‘Verbinding verbroken’, over depressie. Hierin worden de mogelijke ware oorzaken van depressie en de oplossingen besproken.
Mocht de gedrukte versie niet duidelijk leesbaar zijn, scrol dan even naar beneden voor de platte tekst.
In het boek ‘Verbinding verbroken- De ware oorzaken van depressie en de onverwachte oplossingen’ geeft Johann Hari zijn visie op het ontstaan van depressie. Hij deelt met de lezer wat mogelijke oorzaken van depressie zijn en de oplossingen hiervoor.
Johanns zoektocht naar de onderliggende oorzaken kwam voort uit zijn eigen depressie die al in zijn jeugd begon. Toen hij op zijn 18e het inzicht kreeg dat hij depressief moest zijn, leek antidepressiva het magische wondermiddeltje dat hem uit zijn lijden zou verlossen. Zijn huisarts legde hem uit dat hij waarschijnlijk te weinig van het chemische stofje serotonine in zijn brein had en dat dat de depressie veroorzaakte. “Depressie is een ziekte van het brein”, had de dokter gezegd. “Het is een defect en antidepressiva is het geneesmiddel.”
Johann was blij dat er iets aan te doen was. In het begin was het fantastisch en had Johann het gevoel dat hij de wereld aankon. Binnen enkele maanden kwamen de sombere gevoelens terug, dus werd de dosis antidepressiva verhoogd. Dit ging jarenlang zo door, steeds was er meer van het medicijn nodig om de depressieve gevoelens te onderdrukken.
In Johanns beleving was de medicatie een wondermiddel, wat hij nodig had omdat zijn brein een ziekte had en de vervelende bijwerkingen nam hij op de koop toe. Daarbij had hij ook de overtuiging dat depressie genetisch was. Zijn familie had ook altijd antidepressiva en kalmerende middelen gebruikt.
Het was nota bene zijn eigen behandelaar die hem er op wees dat hij nog steeds behoorlijk somber, angstig en depressief was.
Een zoektocht met veel inzichten
Johann wilde weten hoe het zat. Zijn zoektocht leidde hem naar plekken over de hele wereld, waar hij meer dan 200 interviews deed met wetenschappers en met mensen die door de diepste dalen van een depressie waren gegaan.
Hij ontdekte dat depressie geen ziekte van het brein is en dat het ook niet ‘tussen je oren zit’. Een schokkende ontdekking voor hem was dat het verhaal van het serotoninetekort in het brein nergens bewezen was en dat de werking van antidepressiva voor een groot deel toe te schrijven is aan het placebo-effect. Erger nog, in de farmaceutische wereld bleek dit allang bekend te zijn, maar wordt dit verzwegen vanwege de massale inkomsten die de verkoop van antidepressiva met zich meebrengen.
Antidepressiva wordt vaak klakkeloos voorgeschreven zonder te vragen of er misschien een reden is waarom mensen zich somber voelen. Als je het levensverhaal hoort van je cliënt, kun je beter begrijpen waarom mensen zich voelen zoals ze zich voelen. De grootste fout die je kunt maken is de vakjes van een checklist aanvinken en daarmee iemand diagnosticeren.
Twee dingen die de kans op een depressie vergroten:
1. Het meemaken van een ernstige gebeurtenis
2. Langdurige stress en onveiligheid in je leven
De combinatie van beiden geeft een nog grotere kans om een depressie te ontwikkelen. Als je bijvoorbeeld iets ernstigs meemaakt en geen vrienden en een liefdevolle partner hebt, stijgt de kans op een depressie naar 75 procent.
Verbroken verbindingen
Johann is in zijn onderzoek negen factoren tegengekomen die invloed hebben op het ontwikkelen van depressie. Wat deze oorzaken allemaal met elkaar gemeen hebben:
Het zijn allemaal vormen van verbroken verbindingen met onszelf. De mensen die depressief raakten waren afgesneden wat zij nodig hadden, maar zijn kwijtgeraakt.
1: Werk.
Als je werk, een plek waar je een groot deel van je leven doorbrengt, geen voldoening geeft, levert dat stress op. Gebrek aan zeggenschap en waardering, een hoge werkdruk en saaie, eentonige werkdagen kunnen uiteindelijk tot zware depressie leiden.
2: Eenzaamheid.
Eenzaam zijn levert stress op. De verhoogde cortisol in het lichaam is bij intens eenzaam voelen net zo hoog als wanneer je fysiek aangevallen wordt. Het menselijk instinct is ingesteld op leven met anderen, in een groep. Alleen zijn wordt door ons instinct geassocieerd met onveilig en kwetsbaar zijn. Wij mensen hebben het nodig verbonden te zijn met anderen, niet alleen fysiek, maar ook emotioneel.
3: Motivatie.
Mensen die vooral gericht zijn op materialisme en extrinsieke waarden, voelen zich minder gelukkig dan mensen die dingen doen vanuit een intrinsieke motivatie. Als je zelfbeeld afhangt van de grootte van je huis, je bankrekening of waarde van je kledingkast heb je dat niet altijd onder controle, wat onzekerheid en angst veroorzaakt. Intrinsieke waarden zoals persoonlijke ontwikkeling, liefde en vriendschap geven een gevoel van zingeving dat van binnenuit komt.
4: Trauma.
Mensen die traumatische ervaringen in hun jeugd hebben meegemaakt hebben veel meer kans op een depressie als volwassene dan mensen die dit niet hebben meegemaakt. Hieronder vallen ook de ACE’s (Adverse Childhood Experiences) zoals seksueel misbruik, mishandeling, verwaarlozing, etc.
5: Ongelijkwaardigheid.
In een samenleving waar verschillende rangordes bestaan maakt iedereen zich druk over zijn of haar status. Dit komt voort uit ons primitieve instinct om bij de groep te willen horen. Uit de groep vallen is angstig, onveilig en bedreigend. Het gevoel van verslagenheid en onderdanig zijn doet ons letterlijk het hoofd buigen en ons klein maken, zoals depressie ook met ons doet.
6: Natuur.
Mensen lijken evolutionair gezien op dieren. Bijna alle dieren raken van slag als je ze uit hun natuurlijke omgeving haalt. De natuur, waar we vandaan komen, is waar we oorspronkelijk thuishoren. Het is niet voor niets dat depressieve mensen opknappen als ze vaker naar buiten gaan, de natuur in. In de natuur kunnen we ons onderdeel van het grote geheel voelen en ons ego loslaten.
7: Hoop.
Wanneer je leven niet loopt zoals je wilt, weet je vaak wel dat er betere tijden komen. Zolang je jezelf in de toekomst in een positief licht kunt zien is dat hoopvol. Als het beeld van een positieve, hoopvolle toekomst je afgenomen wordt, kun je het idee krijgen dat er nooit een einde komt aan je lijden. Dit geeft gevoelens van wanhoop, verslagenheid en moedeloosheid.
8: Neuroplasticiteit.
Ons brein heeft het vermogen zich aan te passen aan de situatie. Delen van het brein die langdurig geactiveerd worden zullen zich ontwikkelen en delen die amper gebruikt worden zullen minder goed gaan functioneren. Een scan van het brein is dus altijd een momentopname. Een brein dat te maken krijgt met langdurige perioden van angst, afwijzing en verdriet zal zich erop instellen dat dit de toestand is waarin je altijd zal blijven leven, wat zorgt voor het hopeloze gevoel dat depressie met zich meebrengt. Het brein verandert voortdurend, afhankelijk van hoe je dat brein gebruikt.
9: Genen.
Depressie blijkt voor 37 procent erfelijk te zijn door een variant van het gen 5-HTT, maar met een kanttekening. We worden allemaal geboren met een bepaalde genetische erfenis, maar onze genen kunnen worden in- of uitgeschakeld door bepaalde levensgebeurtenissen. De mensen die dit gen dragen hebben wel meer kans op het ontwikkelen van depressiviteit, maar alleen als zij zwaar trauma of zeer stressvolle gebeurtenissen meemaken. Een biologische component is er dus zeker, maar dit is bijna nooit het hele verhaal.
Waarom we vast willen houden aan de ‘brein-defect’ verklaring:
“Ik heb alles en dus geen reden om ongelukkig te zijn.”
Hoe vaak zeggen mensen dit niet? Ik heb een mooi huis, een coole auto voor de deur, een partner, twee kinderen, een goede baan en een druk sociaal leven. Mijn depressie komt uit het niets.
Deze uitspraak geeft ruimte aan het idee dat een depressie wel een defect in het brein moet zijn, vandaar dat mensen de oplossing zoeken in het gebruik van medicatie.
Onze cultuur bepaalt dat we geen reden hebben om depressief te zijn als we alles lijken te hebben wat ons hartje begeert. Dit is de typische Westerse individualistische visie op geluk.
Daar komt bij dat depressie vaak gebagatelliseerd wordt. ‘Mensen met depressie lijden aan zelfobsessie. Ze moeten maar gewoon wat vaker naar buiten gaan en niet zo zeuren.’ Wanneer depressie een ziekte van het brein zou zijn, hebben mensen een legitieme reden om zich te voelen zoals ze doen.
Een andere kijk op antidepressiva
Antidepressiva wordt gebruikt om de chemische balans in de hersenen te herstellen. Nu we weten dat depressie een grote psychische- en sociale component heeft, kunnen we antidepressiva dan niet breder trekken? Antidepressiva is alles dat een persoon uit zijn depressie haalt. Dat kan dus ook een buurvrouw zijn die elke week even boodschappen haalt en een bakje koffie blijft doen. Een vriendin die je elke dag even 5 minuten belt voor het slapen gaan. Familie die je helpt met je leefomstandigheden nadat je gehandicapt bent geworden. In Oosterse landen, waar depressie veel minder voorkomt, is de visie meer collectief, mensen werken als groep aan elkaars geluk.
Een sociaal netwerk
Je verhaal delen met anderen geeft gevoelens van connectie, geborgenheid en saamhorigheid. Hoe meer je focust op jezelf, hoe dieper je in de put raakt. De neiging bij depressie is om jezelf te isoleren. In plaats daarvan is het beter om iets voor een ander te doen en een sociaal netwerk om je heen te creëren.
Mensen die nare ervaringen en trauma meemaken in hun leven herstellen daar beter van wanneer ze hun verhaal kwijt kunnen bij iemand die ze met empathie benadert.
Het is niet je brein, het is je pijn.
Mensen zijn geen machines met defecte onderdelen.
Mensen hebben behoeften. In onze cultuur zijn we goed in het voorzien van onze lichamelijke behoeften, maar besteden we minder aandacht aan onze psychische behoeften. En dit is de reden waarom zo veel mensen depressief zijn.
Er is geen sprake van een chemische onbalans, maar een sociale- en spirituele onbalans. De biologische aanleg is niet de oorzaak.
Je hebt connectie met anderen nodig. Je hebt zinvolle waarden nodig. Je hebt werk nodig dat je voldoening geeft. Je hebt de natuur nodig. Je hebt het nodig om gerespecteerd te worden.
Verdriet, angst en sombere gevoelens zijn niet het probleem. Ze hebben een functie. Het zijn signalen die je vertellen dat je niet het leven leeft dat je zou moeten leven.
Wetenschappelijke onderbouwing
Omdat Johann Hari zelf heel lang vastgehouden heeft aan de overtuiging dat zijn depressie een defect in het brein was, werd het zijn missie om grondig alle kanten van het verhaal te onderzoeken. Veel antwoorden riepen nieuwe vragen op, die hij ook weer onderzocht.
In het boek staan talloze vermeldingen van onderzoeken en artikelen over de verschillende vormen van depressie en angsten.
Dit maakt het boek ‘Verbinding verbroken – De ware oorzaken van depressie en de onverwachte oplossingen’ een waardevol boek voor mensen die aan depressie lijden en de therapeuten die cliënten met depressie behandelen.
Dit artikel is geen samenvatting van de inhoud van het boek, dat zou het boek tekort doen. Als je interesse hebt in de werkelijke oorzaken van depressie en angsten en de mogelijke oplossingen ervan, is dit boek de moeite waard om zelf te gaan lezen.