Hoe zou relatietherapie er vroeger uit gezien hebben?

ouderwets

In de tijden van weleer, toen de wereld nog jong was en de liefde als een nobel, doch enigszins onbegrepen concept door het leven danste, werden de rollen binnen de relatie met een zekere vrolijke stelligheid benaderd. Men zou kunnen zeggen dat de verhoudingen tussen partners zo rigide waren als de korsetten die de dames droegen, en even oncomfortabel.

De heer des huizes, immer met de borst vooruit en de snor keurig opgekruld, beschouwde het als zijn onwrikbare plicht om het brood op de plank te brengen. Niet met brood alleen, natuurlijk, maar met een assortiment van wild dat hij, in theorie, eigenhandig had gevangen. De werkelijkheid was dat menig ‘gevangen’ wild eenvoudigweg werd gekocht op de markt, maar laat dat onze heldhaftige jager niet ontmoedigen in zijn verhalen.

Aan de andere zijde van het huwelijksjuk stond de vrouw, een toonbeeld van gratie en geduld, die haar dagen sleet met het borduren van onbegrijpelijke tafereeltjes en het bereiden van maaltijden die uit niet minder dan zeven gangen bestonden. Haar kookkunsten waren zo legendarisch dat men fluisterde dat ze zelfs een schoenzool smakelijk kon maken, hoewel niemand dit ooit heeft durven testen.

In dit tijdperk, waarin de term ‘relatietherapie’ vermoedelijk zou worden aangezien voor een nieuwe vorm van paardendressuur, werden eventuele huwelijkse onenigheden opgelost met een mix van stille behandelingen en zeer luide diners. De idee van een echtpaar dat samen zat om hun gevoelens en gedachten te bespreken met een derde, professionele partij was zo vreemd, dat het waarschijnlijk tot hilarische misverstanden zou hebben geleid.

“Relatietherapie? Is dat wanneer je samen naar de dokter gaat, omdat je niet kunt stoppen met het rollen van je ogen naar elkaar?” zou een verbouwereerde echtgenoot kunnen uitroepen. Of misschien, “Ah, ja! Relatietherapie! Dat doen we elke vrijdagavond. Ik ga naar de herenclub, en zij gaat thee drinken met de dames. Werkt als een zonnetje!”

Maar laten we niet vergeten de meest traditionele vorm van ‘therapie’ die onze voorouders hadden: het raadplegen van de sterren, het gooien van muntjes in de fontein, of, voor de meer avontuurlijk ingestelde koppels, het consulteren van de plaatselijke waarzegster die, met een mysterieuze glimlach, voorspelde dat alles goed zou komen, mits men genoeg kippen zou offeren.

Zo zien we dat, hoewel de methoden en begrippen van relatieonderhoud door de eeuwen heen drastisch zijn veranderd, het verlangen naar harmonie, begrip, en een vleugje humor in de liefde tijdloos is. En misschien, in een wereld die steeds complexer wordt, kunnen we nog steeds iets leren van de luchtige wijsheid van onze voorouders: dat liefde, in al zijn vormen, altijd een beetje geduld, een snufje moed, en een royale dosis humor vereist.