Provocatieve therapie

zelfspot

Provocatieve therapie is niet iets dat ik per se inzet in mijn praktijk, maar ik schreef er wel een artikel over voor de beroepsvereniging van de hypnotherapeuten, de NBVH. Ondanks dat ik niet direct provocatief werk, is er in mijn praktijk zeker ruimte voor humor en een stukje zelfspot om het luchtig te maken op een moment dat dit gewenst is.

Heb je moeite om de gedrukte versie te lezen? Scrol dan door naar beneden voor de platte tekst.


Provocatieve therapie

Door Sigrid Sneijders

Als therapeut help je je cliënt oplossingen te vinden voor zijn of haar probleem. Dat kun je op verschillende manieren doen. In principe gaan we er in therapeutenland van uit dat je de cliënt laat uitspreken, dat er ruimte is voor emoties en dat je de cliënt empathisch benadert. Je bent discreet, tactvol en veroordeelt niet.

Over een andere boeg

Maar wat als je het eens helemaal anders doet? Dat je gewoon tegen je cliënt zegt wat je denkt? Ook al is dat beschuldigend of kleinerend. Stel dat je de cliënt zou aanraden om door te gaan met zijn zelfsabotage en zijn belemmerende overtuigingen? Je cliënt zal niet weten wat hem of haar overkomt!

Het volgende gesprek is een kort voorbeeld van hoe zo’n sessie met een cliënt zou kunnen gaan (C = cliënt/ T = therapeut).

C: “Ik ben dit jaar voor mezelf begonnen als coach en heb een maand geleden mijn website online gezet, maar eigenlijk vind ik het veel te spannend om mezelf te laten zien. Ik heb de neiging om mezelf klein te houden. En ik heb dus ook nog geen klanten. Ik doe wel wat dingetjes op social media, maar ik krijg daar nog niet veel reacties op. Soms haal ik bepaalde berichten ook weer weg, omdat ik het dan weer stom vind.”

T: “Ben je bang wat anderen van je vinden?”

C: “Nou ja, wel een beetje. Er zijn al zoveel coaches, wie zit er nou op mij te wachten? Ik ben al tweeënvijftig.”

T: “Ja, dat is inderdaad wel een beetje oud om nog te beginnen. Maar ja, als jij het leuk vindt, daar gaat het om. Maar wel goed dat je het gewoon doet, hoor.”

C: “Hahaha, nou zo oud ben ik nou ook weer niet, maar goed. En er zijn veel mensen die op mijn leeftijd al heel veel meer ervaring hebben op dit gebied, dat kan ik nooit inhalen.”

T: “Nee, dat klopt. Je staat al met 1-0 achter en je moet nog beginnen. Nou, succes. Maar heb je wel iets te bieden aan die klanten die je nu nog niet hebt, dan?”

C: “Ja, ik heb zelf een traject ontwikkeld waar mensen hele mooie resultaten mee kunnen halen. Maar als ik daarover moet praten, word ik ook weer onzeker, hihi.”

T: “O, is het niet zo goed dan? Er zijn natuurlijk heel veel trajecten die op dit moment aangeboden worden. Behoorlijk veel concurrentie…”

C: “Ja, het is wel heel goed. Maar als ik mezelf wil profileren als coach krijg ik zo’n stemmetje in mijn hoofd dat zegt dat ik me niet beter voor moet doen dan ik ben. Ik ben toch niet zo bijzonder. Er zijn misschien wel heel veel coaches die beter zijn dan ik.”

T: “Nee, wie zit er nou op jou te wachten hè? En iedereen wordt maar coach tegenwoordig.”

C: “Ja… hahaha, pfff…”

T: “En hé, ik moet wel zeggen… Het is wel heel schattig hoor, zo’n vrouwtje van tweeënvijftig dat nog een praktijkje wil beginnen. [Cliënt schiet in de lach.] Ik bedoel, je ziet er leuk uit, hebt nog een goed figuur voor je leeftijd, je hebt gestudeerd, leuke man, kinderen… Moet je dit allemaal nog wel willen? Het is toch ook wel goed zo? Waarom zou je jezelf zo blootstellen aan die stress?”

C: “Nou ja, ik wil dit gewoon graag. En ik denk ook dat ik het wel kan.”

T: “Ja, maar hoe gaan mensen in je omgeving zich voelen als je dit ook nog eens kan? Je bent al zo leuk, mooi en lief. En dan ook nog succesvol? Een beetje sneu voor die mensen die dat allemaal niet hebben. Die worden helemaal onzeker over zichzelf.”

C: “Dat maakt me niet zoveel uit. Als anderen dit kunnen gaat mij het ook lukken, toch? Ik heb genoeg kennis en ervaring om mensen goed te kunnen helpen.”

T: “Maar dat stemmetje dan? Die zegt dat je het niet kan. Misschien heeft ie wel gelijk. Dan ga jij helemaal je best zitten doen en uiteindelijk raak je toch teleurgesteld. Dan kun je beter lekker blijven zitten waar je nu bent, dat is tenminste vertrouwd.”

C: “Haha, ja, maar dat voelt ook niet goed. Ondanks dat ik onzeker ben, wil ik toch mijn bedrijf opzetten.”

T: “Tja, je weet wat ze zeggen over succesvolle mensen hè? Het zijn doorzetters, ze hebben talent en offeren er dingen voor op. Als je denkt dat je dat kunt, wat ik betwijfel, is dat natuurlijk prima. Oh, ik was trouwens vergeten te zeggen dat ik zo nog een afspraak heb.”

C: “Oh, geeft niet. Er valt weinig meer te zeggen denk ik. Ik wil wel stoppen.”

T: “Ja, inderdaad. Met je praktijkje dan vooral, toch? Beter.”

C: “NEEEHEEE! Hahaha, zeker niet!”

T: “Oké, is er geen probleem meer dan?”

C: “Nou ja, zo simpel is het niet, maar het voelt wel goed om het met een beetje humor te benaderen. Dankjewel.”   

Gewoon zeggen wat je denkt?

Provocatieve therapie is in de jaren zestig ontstaan. Frank Farrelly was in die jaren psychotherapeut en maatschappelijk werker in Wisconsin (USA). Hij besloot om het helemaal anders te doen. Hij gooide de regels van de psychotherapie aan de kant en ging precies zeggen wat hij dacht tegen zijn patiënten. Zijn opmerkingen waren verpakt in humor, maar waren best confronterend. Uiteraard was dit nogal schokkend voor zijn collega’s en niet in de laatste plaats voor zijn patiënten. Toch had het bij veel patiënten een zeer positief resultaat en gingen ze sneller vooruit dan bij zijn eerdere methodes.

Sindsdien zijn er verschillende opleidingen en nascholingen ontwikkeld om de kunst van provocatieve therapie op een effectieve manier in te zetten.

Een therapeut die provocatieve therapie toepast zal de cliënt onder andere in de rede vallen, advocaat van de duivel spelen, net doen alsof hij geen antwoorden heeft, het belachelijke van een situatie benadrukken en de cliënt uitdagen. Echt bijna het tegenovergestelde van wat je normaal gesproken als therapeut zou doen. Doordat de therapeut zich onhandig, onwetend, machteloos of onverschillig gedraagt, wordt de cliënt uitgedaagd zelf de regie over het gesprek en zijn probleem te pakken.

Mensen zijn niet zo kwetsbaar

Mensen kunnen wel wat hebben en zijn vaak niet zo kwetsbaar als ze lijken, is het uitgangspunt van deze therapie. Cliënten hebben problemen en klachten, maar ook humor en veerkracht. Op deze manier een gesprek aangaan met een cliënt kan ervoor zorgen dat de cliënt zijn probleem vanuit een ander perspectief gaat bekijken en veel beter in staat is te relativeren.

De cliënt moet bij elke therapeut natuurlijk zijn eigen problemen oplossen, maar door deze aanpak zal de cliënt deze rol sneller pakken dan wanneer hij denkt afhankelijk te zijn van de kennis van de hulpverlener. Cliënten zijn er erg goed in om zich als machteloos slachtoffer op te werpen als ze daar de kans voor krijgen. Jij als therapeut bent dan hun geweldige redder, wat geen gezonde cliënt-therapeut relatie teweegbrengt.

De cliënt kan in een provocatieve sessie verontwaardigd of boos reageren. Dan is wellicht je eerste impuls om voorzichtiger en zachter met de cliënt om te gaan. Maar de provocatieve therapeut doet er vaak nog een schepje bovenop om de cliënt juist uit zijn tent te lokken. De cliënt zal zich met behulp van zijn eigen kracht hieruit moeten werken en dat stimuleert zelfredzaamheid.

Kan ik dit wel maken als therapeut?

Het voordeel van provocatieve therapie is dat je niet heel hard hoeft te gaan werken als therapeut. Wat er in je opkomt, dat zeg je. Dat is wellicht totaal anders dan hoe je opgeleid bent. Je hoeft je met provocatieve therapie niet bezig te houden met vragen als: Maak ik me hier schuldig aan tegenoverdracht? Kan ik dit wel zomaar zeggen? Past dit wel bij de hulpvraag? De provocatieve therapeut is hier niet mee bezig, die gooit er gewoon uit wat hij denkt. Uiteraard werk je vanuit een positieve intentie, om de cliënt te helpen. De opmerkingen zijn nooit bedoeld om te kwetsen. Dit vertel je de cliënt ook van tevoren, zodat hij weet wat hij kan verwachten in de sessie.